Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. staartje:
  2. staar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for staartje from Dutch to German

staartje:

staartje [het ~] nomen

  1. het staartje
    Überbleibsel; der Restant; der Rest

Translation Matrix for staartje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Rest staartje afzetsel; agio; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; exces; grondsop; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; residu; rest; restant; sediment; stuk stof; surplus; teveel; zetsel
Restant staartje bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; stuk stof
Überbleibsel staartje afzetsel; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; zetsel

Related Words for "staartje":


Wiktionary Translations for staartje:


Cross Translation:
FromToVia
staartje Schwänzchen couette — Touffe de cheveux noués.

staartje form of staar:

staar [de ~ (m)] nomen

  1. de staar
    der Star
    • Star [der ~] nomen

Translation Matrix for staar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Star staar beroemdheid; diva; gevierd persoon; spreeuw; ster

Related Words for "staar":