Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate stempels

Translate stempels from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

stempels:
- Dübel
stempel:
- Stempel; Gepräge; Siegel; Amtssiegel; Stempelbogen; Marke; Garantieschein; Stempeln; Lacksiegel; Klebemarke
Wiktionary:
- stempel → prägen, Gummistempel, Stempel
- stempel → Stempel

Dutch

Detailed Translations for stempels from Dutch to German

stempels:

stempels [de ~] nomen, plural

de stempels (drevels)
die Dübel
- Dübel [die ~] nomen

Translation Matrix for stempels:

Noun	Related Translations	Other Translations
Dübel	drevels; stempels	houten plug; houten pluggen

Related Words for "stempels":

stempel

stempel:

stempel [de ~ (m)] nomen

de stempel (inktstempel; zegel)
der Stempel; Gepräge; Siegel; Amtssiegel; der Stempelbogen; die Marke; der Garantieschein; Stempeln; Lacksiegel; die Klebemarke
- Stempel [der ~] nomen
- Gepräge [das ~] nomen
- Siegel [das ~] nomen
- Amtssiegel [das ~] nomen
- Stempelbogen [der ~] nomen
- Marke [die ~] nomen
- Garantieschein [der ~] nomen
- Stempeln [das ~] nomen
- Lacksiegel [das ~] nomen
- Klebemarke [die ~] nomen

Translation Matrix for stempel:

Noun	Related Translations	Other Translations
Amtssiegel	inktstempel; stempel; zegel	ijkmerken; keurmerken; lakstempel; lakzegel; waarmerken
Garantieschein	inktstempel; stempel; zegel	borg; cautie; garantie; garantiebewijs; keur; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom
Gepräge	inktstempel; stempel; zegel
Klebemarke	inktstempel; stempel; zegel	plakzegel; zegel
Lacksiegel	inktstempel; stempel; zegel	lakstempel; lakzegel
Marke	inktstempel; stempel; zegel	beeldmerk; bon; coupon; keur; kwaliteitsmerk; logo; munt; muntstuk; penning; plaatje als herkenningsteken; spaarzegel; waarborg; waarmerk; zegel
Siegel	inktstempel; stempel; zegel	keur; keurmerk; keurstempel; kwaliteitsmerk; waarborg; waarmerk; zegelafdruk; zegels
Stempel	inktstempel; stempel; zegel	pons; zegels
Stempelbogen	inktstempel; stempel; zegel
Stempeln	inktstempel; stempel; zegel	afstempelen; stempelen; stempeling

Related Words for "stempel":

stempelen, stempels, stempeltje, stempeltjes

Wiktionary Translations for stempel:

stempel

-
- prägen → op; invloed; uitoefenen; munten; slaan; stempelen; een; stempel; drukken; prenten

noun

Botanik: Fruchtknoten, Griffel und Narbe einer Blüte
- Stempel → stempel
Bau: Stütze, Strebe
- Stempel → stempel
Gerät zum Prägen eines Namens oder einer kurzen Information
- Stempel → handstempel; stempel
Abdruck
- Stempel → stempel
Technik: Präge- oder Stanzvorrichtung
- Stempel → stempel

Cross Translation:

From	To	Via
• stempel	→ Gummistempel; Stempel	↔ rubber stamp — piece of rubber to make an imprint