Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stoven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stoofte from Dutch to German

stoofte form of stoven:

stoven verb (stoof, stooft, stoofte, stooften, gestoofd)

  1. stoven
    dünsten; schmoren; dämpfen
    • dünsten verb
    • schmoren verb (schmore, schmorst, schmort, schmorte, schmortet, geschmort)
    • dämpfen verb (dämpfe, dämpfst, dämpft, dämpfte, dämpftet, gedämpft)

Conjugations for stoven:

o.t.t.
  1. stoof
  2. stooft
  3. stooft
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
o.v.t.
  1. stoofte
  2. stoofte
  3. stoofte
  4. stooften
  5. stooften
  6. stooften
v.t.t.
  1. heb gestoofd
  2. hebt gestoofd
  3. heeft gestoofd
  4. hebben gestoofd
  5. hebben gestoofd
  6. hebben gestoofd
v.v.t.
  1. had gestoofd
  2. had gestoofd
  3. had gestoofd
  4. hadden gestoofd
  5. hadden gestoofd
  6. hadden gestoofd
o.t.t.t.
  1. zal stoven
  2. zult stoven
  3. zal stoven
  4. zullen stoven
  5. zullen stoven
  6. zullen stoven
o.v.t.t.
  1. zou stoven
  2. zou stoven
  3. zou stoven
  4. zouden stoven
  5. zouden stoven
  6. zouden stoven
en verder
  1. ben gestoofd
  2. bent gestoofd
  3. is gestoofd
  4. zijn gestoofd
  5. zijn gestoofd
  6. zijn gestoofd
diversen
  1. stoof!
  2. stooft!
  3. gestoofd
  4. stovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stoven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dämpfen stoven bedaren; beheersen; beteugelen; dempen; iem. verstikken; intomen; kalmeren; matigen; op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen; sussen; temperen; tot kalmte manen; zich matigen
dünsten stoven
schmoren stoven doven; gloeien; iem. verstikken; nasmeulen; op vuur pruttelen; pruttelen; smeulen; smoren; stoffen; sudderen; uitblussen; uitdoven

Related Words for "stoven":


Wiktionary Translations for stoven:

stoven
verb
  1. over een vrij laag vuur iets afgesloten in enig vocht gaar laten worden
  2. glazig stoven

Cross Translation:
FromToVia
stoven schmoren; dünsten; dämpfen stew — to cook (food)