Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stuivertje:
  2. stuiver:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stuivertje from Dutch to German

stuivertje:

stuivertje [het ~] nomen

  1. het stuivertje (stuiver)

Translation Matrix for stuivertje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fünfcentstück stuiver; stuivertje

Related Words for "stuivertje":


stuiver:

stuiver [de ~ (m)] nomen

  1. de stuiver (stuivertje)

Translation Matrix for stuiver:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fünfcentstück stuiver; stuivertje

Related Words for "stuiver":


Related Definitions for "stuiver":

  1. munt van vijf cent1
    • twee stuivers zijn hetzelfde waard als een dubbeltje1

Wiktionary Translations for stuiver:

stuiver
noun
  1. Historische Scheidemünze, vor allem im nordwestdeutschen Raum, meist mit der Aufschrift Stuber. Entstanden als Nachprägung des niederländischen Stuiver / Stüwer, (Dutch): stuiver, im 16. Jahrhundert, war sie bis zu Beginn des 19. in Gebrauch.Literatur|Autor=Tyll Kroha|Titel=Großes Lexikon der Numismatik|Ve

Cross Translation:
FromToVia
stuiver Heller patard — (vieilli) Petite monnaie ancienne frappée dans les Pays-Bas bourguignons au XVe siècle.