Dutch

Detailed Translations for taalgeleerde from Dutch to German

taalgeleerde:

taalgeleerde [de ~] nomen

  1. de taalgeleerde (taalkundige; linguïst)
    der Sprachkenner; der Linguist; der Sprachwissenschaftler; der Sprachkundige; der Sprachgelehrte

Translation Matrix for taalgeleerde:

NounRelated TranslationsOther Translations
Linguist linguïst; taalgeleerde; taalkundige linguïst; taalkenner
Sprachgelehrte linguïst; taalgeleerde; taalkundige linguïst; taalkenner
Sprachkenner linguïst; taalgeleerde; taalkundige
Sprachkundige linguïst; taalgeleerde; taalkundige linguïst; taalkenner
Sprachwissenschaftler linguïst; taalgeleerde; taalkundige linguïst; taalkenner

Related Words for "taalgeleerde":

  • taalgeleerden

External Machine Translations: