Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. taalleraar:


Dutch

Detailed Translations for taalleraar from Dutch to German

taalleraar:

taalleraar [de ~ (m)] nomen

  1. de taalleraar (taalonderwijzer)
    der Sprachlehrer

Translation Matrix for taalleraar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Sprachlehrer taalleraar; taalonderwijzer spraakleraar; taalleraren

Related Words for "taalleraar":