Summary
Dutch to German: more detail...
- ten val brengen:
-
Wiktionary:
- ten val brengen → lahmlegen, senken, absenken, herablassen, erniedrigen, entwürdigen, diskreditieren, in Misskredit bringen, in Verruf bringen, reduzieren, umbringen, verderben, streichen, demütigen, stürzen, zu Fall bringen, umstoßen, umstürzen, umwerfen
Dutch
Detailed Translations for ten val brengen from Dutch to German
ten val brengen:
ten val brengen verb (breng ten val, brengt ten val, bracht ten val, brachten ten val, ten val gebracht)
-
ten val brengen (wippen)
Conjugations for ten val brengen:
o.t.t.
- breng ten val
- brengt ten val
- brengt ten val
- brengen ten val
- brengen ten val
- brengen ten val
o.v.t.
- bracht ten val
- bracht ten val
- bracht ten val
- brachten ten val
- brachten ten val
- brachten ten val
v.t.t.
- heb ten val gebracht
- hebt ten val gebracht
- heeft ten val gebracht
- hebben ten val gebracht
- hebben ten val gebracht
- hebben ten val gebracht
v.v.t.
- had ten val gebracht
- had ten val gebracht
- had ten val gebracht
- hadden ten val gebracht
- hadden ten val gebracht
- hadden ten val gebracht
o.t.t.t.
- zal ten val brengen
- zult ten val brengen
- zal ten val brengen
- zullen ten val brengen
- zullen ten val brengen
- zullen ten val brengen
o.v.t.t.
- zou ten val brengen
- zou ten val brengen
- zou ten val brengen
- zouden ten val brengen
- zouden ten val brengen
- zouden ten val brengen
en verder
- ben ten val gebracht
- bent ten val gebracht
- is ten val gebracht
- zijn ten val gebracht
- zijn ten val gebracht
- zijn ten val gebracht
diversen
- breng ten val!
- brengt ten val!
- ten val gebracht
- ten val brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ten val brengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
jemanden zu Fall bringen | ten val brengen; wippen |
Wiktionary Translations for ten val brengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ten val brengen | → lahmlegen | ↔ stymie — to thwart or stump |
• ten val brengen | → senken; absenken; herablassen; erniedrigen; entwürdigen; diskreditieren; in Misskredit bringen; in Verruf bringen; reduzieren; umbringen; verderben; streichen; demütigen | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
• ten val brengen | → stürzen; zu Fall bringen; umstoßen; umstürzen; umwerfen | ↔ renverser — Traductions à trier suivant le sens |