Summary


Dutch

Detailed Translations for tenten from Dutch to German

tenten:

tenten [de ~] nomen, plural

  1. de tenten
    die Zelte; die Stände

Translation Matrix for tenten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Stände tenten kraampjes; stalletjes; stands; wildstand; wildvoorraad
Zelte tenten

Related Words for "tenten":


tent:

tent [de ~] nomen

  1. de tent
    die Bude; der Stand; der Ausstellungsstand; die Verkaufsbude

Translation Matrix for tent:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausstellungsstand tent kraam; kraampje; stalletje; stand; stand op jaarbeurs
Bude tent kavalje; kraam; kraampje; krot; krotwoning; marktkraam; stalletje; stand
Stand tent categorie; classificatie; klasse; kraam; kraampje; ligging; maatschappelijke klasse; orde; positie; rang; slag; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; wildstand; wildvoorraad
Verkaufsbude tent kraam; kraampje; stalletje; stand

Related Words for "tent":


Wiktionary Translations for tent:

tent
noun
  1. verplaatsbare constructie van over stokken of buizen gespannen doek die als (tijdelijk) onderdak dient
  2. café, restaurant of andere openbare plek
tent
noun
  1. eine zum leichten Aufstellen und Abbauen gedachte Konstruktion

Cross Translation:
FromToVia
tent Zelt tent — portable lodge
tent Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen kiosque — urbanisme|fr siècle|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
tent Zelt tente — pavillon de toile
tent Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.