Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tipgever:


Dutch

Detailed Translations for tipgever from Dutch to German

tipgever:

tipgever [de ~ (m)] nomen

  1. de tipgever (informant)
    der Informant; der Spitzel

Translation Matrix for tipgever:

NounRelated TranslationsOther Translations
Informant informant; tipgever aanbrenger; berichtgever; commentator; correspondent; journalist; politie-informant; rapporteur; referent; reporter; verklikker; verslaggever
Spitzel informant; tipgever aanbrenger; aanbrengers; bespieder; geheim agent; geheim agenten; handlangers; politie-informant; politie-informanten; politiespion; spionnen; trawanten; verklikker; verklikkerlichtje; verklikkers

Related Words for "tipgever":

  • tipgevers