Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate toegangen

Translate toegangen from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

toegangen:
- Zugang; Zugänge
toegang:
- Zugang; Eingang; Tür; Zugriff
Wiktionary:
- toegang → Zugang
- toegang → Eingang, Zugang, Zutritt, Begegnung, Verhältnis, Zusammenhang, Eintritt, Annahme, Aufnahme, Zusage, Entgegennahme, Empfang, Akzept, Anfall, Angriff, Offensive, Vorspeise

Dutch

Detailed Translations for toegangen from Dutch to German

toegangen:

toegangen [de ~] nomen, plural

de toegangen
der Zugang; die Zugänge
- Zugang [der ~] nomen
- Zugänge [die ~] nomen

Translation Matrix for toegangen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Zugang	toegangen	entree; entreeprijs; ingang; inlaat; ontvangst; toegang; toegangsprijs; toename; toename voorraad
Zugänge	toegangen

Related Words for "toegangen":

toegang

toegang:

toegang [de ~ (m)] nomen

de toegang (entree; ingang; inlaat)
der Zugang; der Eingang; die Tür
- Zugang [der ~] nomen
- Eingang [der ~] nomen
- Tür [die ~] nomen
de toegang
Zugriff
- Zugriff

Translation Matrix for toegang:

Noun	Related Translations	Other Translations
Eingang	entree; ingang; inlaat; toegang	Postvak IN; entree; hal; map Postvak IN; portaal; vestibule; voorportaal
Tür	entree; ingang; inlaat; toegang	deur
Zugang	entree; ingang; inlaat; toegang	entree; entreeprijs; ontvangst; toegangen; toegangsprijs; toename; toename voorraad
Not Specified	Related Translations	Other Translations
Zugriff	toegang

Related Words for "toegang":

toegangen

Wiktionary Translations for toegang:

toegang

noun

plaats waarlangs men ergens binnen kan gaan
- toegang → Zugang

Cross Translation:

From	To	Via
• toegang	→ Eingang; Zugang	↔ access — way or means of approaching
• toegang	→ Zutritt; Zugang	↔ access — right or ability of approaching or entering
• toegang	→ Zutritt	↔ entry — permission to enter
• toegang	→ Begegnung; Verhältnis; Zusammenhang; Eingang; Eintritt; Annahme; Aufnahme; Zusage; Entgegennahme; Empfang; Akzept	↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• toegang	→ Eingang; Eintritt; Anfall; Angriff; Offensive; Zugang; Zutritt	↔ accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel.
• toegang	→ Eintritt; Eingang; Vorspeise	↔ entrée — endroit par où l’on entrer dans un lieu.

External Machine Translations: