Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. traliedeur:


Dutch

Detailed Translations for traliedeur from Dutch to German

traliedeur:

traliedeur [de ~] nomen

  1. de traliedeur (traliehek)
    Gitter; die Gittertür; der Gitterzaun; die Gitterzäune

Translation Matrix for traliedeur:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gitter traliedeur; traliehek afscheiding; braadrooster; hek; hekwerk; raster; rastering; rasterwerk; rooster; slot en grendel; spijl; spijlen; stijl; tralie; traliewerk; traliën
Gittertür traliedeur; traliehek afschutting
Gitterzaun traliedeur; traliehek afscheiding; hek; hekwerk; raster; rastering; rasterwerk; rooster
Gitterzäune traliedeur; traliehek afschutting

Related Words for "traliedeur":

  • traliedeuren

External Machine Translations: