Summary
Dutch to German: more detail...
- transport:
-
Wiktionary:
- transport → Transport
- transport → Beförderung, Transport
Dutch
Detailed Translations for transport from Dutch to German
transport:
-
het transport (wegtransport; vrachtvervoer; wegvervoer)
-
het transport (vervoer; overbrenging; verplaatsing; afvoer; verscheping)
-
het transport
Translation Matrix for transport:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Einschiffung | afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer | inladen; inlading; inscheping; verlading |
Frachttransport | transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer | |
Frachtverkehr | transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer | |
Güterbeförderung | transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer | |
Transport | afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer | cessie; doorgifte; overdracht |
Verladung | afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer | inladen; inlading; inscheping; verlading |
Verschiffung | afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer | inladen; verlading; verschepen |
Versetzung | afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer | overplaatsing; verlegging |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Datentransport | transport |
Related Words for "transport":
Synonyms for "transport":
Related Definitions for "transport":
Wiktionary Translations for transport:
transport
Cross Translation:
noun
transport
noun
-
Beförderung, transportieren von Gut, Personen, Tieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• transport | → Beförderung | ↔ transport — vehicle used to transport passengers, mail or freight |
• transport | → Transport | ↔ transport — action de porter d’un lieu à un autre. |
External Machine Translations: