Dutch
Detailed Translations for troebeler from Dutch to German
troebel:
-
troebel (onzuiver; drabbig; troebelachtig)
-
troebel (onduidelijk; onklaar; niet helder; vaag; onhelder; niet duidelijk)
undeutlich; fragwürdig; trübe; trüb; unklar; ungewiß; vage; verworren-
undeutlich adj
-
fragwürdig adj
-
trübe adj
-
trüb adj
-
unklar adj
-
ungewiß adj
-
vage adj
-
verworren adj
-
-
troebel (wazig; beneveld)
-
troebel (drabbig; onzuiver; troebelachtig)
Translation Matrix for troebel:
Related Words for "troebel":
External Machine Translations: