Summary


Dutch

Detailed Translations for troel from Dutch to German

troel:

troel [de ~ (v)] nomen

  1. de troel (troela; trut)
    die Schreckschraube; die Schlange; die Trulla; Aas; Fischweib; Luder; Weib; die Hexe

Translation Matrix for troel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aas troel; troela; trut aas; ellendeling; kadaver; klier; kreng; lijk; lokaas; lokmiddel; mispunt; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; vervelend kreng
Fischweib troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; vervelend kreng; viswijf
Hexe troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; tovenares; toverheks; toverkol; vervelend kreng; viswijf
Luder troel; troela; trut ellendeling; feeks; haaibaai; heks; helleveeg; klier; kreng; loeder; mispunt; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; teef; vals wicht; vervelend kreng; viswijf
Schlange troel; troela; trut colonne; ellendeling; feeks; file; gelid; haaibaai; heks; helleveeg; klier; kreng; loeder; mispunt; rij; rijtje; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; teef; vals wicht; veldslang; vervelend kreng; viswijf; waterserpent; waterslang
Schreckschraube troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; kenau; lelijke heks; loeder; teef; vervelend kreng; viswijf
Trulla troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; vervelend kreng; viswijf
Weib troel; troela; trut echtgenote; feeks; gade; gemalin; haaibaai; heks; helleveeg; kerel; loeder; man; manspersoon; teef; vent; vervelend kreng; viswijf; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon; wijf

Related Words for "troel":

  • troelen