Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitbuiting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitbuiting from Dutch to German

uitbuiting:

uitbuiting [de ~ (v)] nomen

  1. de uitbuiting (exploitatie; uitzuiging)
    die Ausbeutung; der Abbau

Translation Matrix for uitbuiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abbau exploitatie; uitbuiting; uitzuiging drooglegging; ontginning
Ausbeutung exploitatie; uitbuiting; uitzuiging benutting; ontginningen; ontsluitingen; openleggingen

Related Words for "uitbuiting":

  • uitbuitingen

Wiktionary Translations for uitbuiting:

uitbuiting
noun
  1. het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen