Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate uitdrukkingen

Translate uitdrukkingen from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

uitdrukkingen:
- Ausdruck; Idiom; Redensart; Sprichwort
uitdrukking:
- Ausdruck; Gesichtsausdruck; Blick; Redensart; Redewendung; Sprichwort; Äußerung; Formulierung; Bezeichnung
Wiktionary:
- uitdrukking → Ausdruck, Redensart, Äußerung

Dutch

Detailed Translations for uitdrukkingen from Dutch to German

uitdrukkingen:

uitdrukkingen [de ~] nomen, plural

de uitdrukkingen
der Ausdruck; Idiom; die Redensart; Sprichwort
- Ausdruck [der ~] nomen
- Idiom [das ~] nomen
- Redensart [die ~] nomen
- Sprichwort [das ~] nomen

Translation Matrix for uitdrukkingen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ausdruck	uitdrukkingen	afdruk; expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukking; voorbericht; voorwoord; zegswijze; zin
Idiom	uitdrukkingen	idioom; taaleigen
Redensart	uitdrukkingen	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukking; zegswijze; zin
Sprichwort	uitdrukkingen	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukking; zegswijze; zin

Related Words for "uitdrukkingen":

uitdrukking

uitdrukkingen form of uitdrukking:

uitdrukking [de ~ (v)] nomen

de uitdrukking (gezichtsuitdrukking; expressie; gelaatsuitdrukking)
der Ausdruck; der Gesichtsausdruck; der Blick; die Redensart; die Redewendung; Sprichwort; die Äußerung
- Ausdruck [der ~] nomen
- Gesichtsausdruck [der ~] nomen
- Blick [der ~] nomen
- Redensart [die ~] nomen
- Redewendung [die ~] nomen
- Sprichwort [das ~] nomen
- Äußerung [die ~] nomen
de uitdrukking (zegswijze; zin; frase; gezegde)
der Ausdruck; Sprichwort; die Formulierung; die Bezeichnung; die Redensart; die Redewendung
- Ausdruck [der ~] nomen
- Sprichwort [das ~] nomen
- Formulierung [die ~] nomen
- Bezeichnung [die ~] nomen
- Redensart [die ~] nomen
- Redewendung [die ~] nomen

Translation Matrix for uitdrukking:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ausdruck	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin	afdruk; expressie; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukkingen; voorbericht; voorwoord
Bezeichnung	frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin	descriptie; grammaticaal predikaat; label; naam; nadere beschrijving; omschrijving; predikaat; term; uitbeelding; verwoording
Blick	expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking	gezicht; kijk; panorama; perceptie; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht
Formulierung	frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin	articulatie; formulering; uitspraak; verwoording
Gesichtsausdruck	expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking
Redensart	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin	idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukkingen
Redewendung	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin	gezegde; redekundig gezegde; verwoording
Sprichwort	expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin	idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukkingen
Äußerung	expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking	het uitspreken; meningsuiting; uiting; uitlating; uitspraak
-	expressie

Related Words for "uitdrukking":

uitdrukkingen

Synonyms for "uitdrukking":

expressie

Related Definitions for "uitdrukking":

wat je kunt lezen op een gezicht¹
- aan de uitdrukking op zijn gezicht zag ik dat hij het leuk vond¹
groepje vaste woorden met figuurlijke betekenis¹
- 'iemand voor het hoofd stoten' is een uitdrukking¹

Wiktionary Translations for uitdrukking:

Cross Translation:

From	To	Via
• uitdrukking	→ Ausdruck	↔ expression — particular way of phrasing an idea
• uitdrukking	→ Redensart	↔ expression — colloquialism or idiom
• uitdrukking	→ Ausdruck	↔ expression — facial appearance
• uitdrukking	→ Ausdruck	↔ expression — mathematics: arrangement of symbols
• uitdrukking	→ Ausdruck; Äußerung	↔ locution — linguistique\|fr Unité fonctionnelle du langage, composée de plusieurs mots graphiques, appartenant à la langue et devant être apprise en tant que forme globale non divisible.

¹Muiswerk Woordenboek