Dutch
Detailed Translations for uitspuiten from Dutch to German
uitspuiten:
-
uitspuiten (spuiten)
Translation Matrix for uitspuiten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ausblasen | spuiten; uitspuiten | uitademen; uitblazen |
ausspritzen | spuiten; uitspuiten | |
spritzen | spuiten; uitspuiten | begieten; besproeien; hardlopen; injecteren; met spuit een medicijn toedienen; met water spelen; opspatten; prikken; rennen; spatten; spetteren; spuiten; steken; steken geven; tempo maken; water geven |