Summary


Dutch

Detailed Translations for veelvuldigheid from Dutch to German

veelvuldigheid:

veelvuldigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de veelvuldigheid
    die Vielfältigkeit

Translation Matrix for veelvuldigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Vielfältigkeit veelvuldigheid veelsoortigheid

Related Words for "veelvuldigheid":


veelvuldigheid form of veelvuldig:

veelvuldig adj

  1. veelvuldig (herhaaldelijk; telkens; meermaals)

Translation Matrix for veelvuldig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
schwer groots; grootschalig; reuze
AdverbRelated TranslationsOther Translations
viel heel veel; veel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
frequent dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
gleichmäßig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gelijkelijk; geordend; gerangschikt; geregeld; lijkend; met vast ritme; opgeruimd; ordelijk; regelmatig
haufenweise dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig hoopsgewijs; in grote mate; stapelsgewijs
hoch dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig enorm; gaaf; gigantisch; hoog; hooggelegen; immens; in zeer hoge mate; mieters; reusachtig; schitterend; tof
häufig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
immer herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig aldoor; almaar; altijd; altoos; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; elke keer; gedurig; iedere keer; immer; immermeer; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; steeds opnieuw; steevast; telkens; voor altijd; voor het leven; voor immer; voortdurend
jedesmal herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig elke keer; iedere keer; telkens
mehrfach dikwijls; frequent; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veelvuldig
mehrmals dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
regelmäßig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gerangschikt; geregeld; met regelmaat; met vast ritme; op vaste tijden; opgeruimd; ordelijk; regelmatig; regulier; vaak
schwer dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig aanmerkelijk; aanzienlijk; afgezaagd; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; delicaat; ellendig; enorm; flink; fors; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; massief; melig; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vervelend; zwaar
stark dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig agressief; breed; dapper; dik; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
turnusmäßig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; volgens rooster
viel dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig een hoop; veel
wiederholt dikwijls; frequent; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gelijkmatig; gestaag; herhaald; veel

Related Words for "veelvuldig":


Wiktionary Translations for veelvuldig:

veelvuldig
adjective
  1. vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend

Cross Translation:
FromToVia
veelvuldig häufig frequent — done or occurring often
veelvuldig vielfältig; mannigfaltig manifold — various in kind or quality
veelvuldig häufig fréquent — Qui se reproduire souvent.