Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verfrommeld:
  2. verfrommelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verfrommeld from Dutch to German

verfrommeld:

verfrommeld adj

  1. verfrommeld

Translation Matrix for verfrommeld:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
zerknautscht verfrommeld kreukelig; verfomfaaid; verkreukeld
zerknittert verfrommeld kreukelig; verfomfaaid; verfromfraaid; verkreukeld

verfrommelen:

verfrommelen verb (verfrommel, verfrommelt, verfrommelde, verfrommelden, verfrommeld)

  1. verfrommelen (verkreukelen; kreukelen)
    zerknittern; knittern
    • zerknittern verb (zerknittere, zerknitterst, zerknittert, zerknitterte, zerknittertet, zerknittert)
    • knittern verb (knittere, knitterst, knittert, knitterte, knittertet, geknittert)

Conjugations for verfrommelen:

o.t.t.
  1. verfrommel
  2. verfrommelt
  3. verfrommelt
  4. verfrommelen
  5. verfrommelen
  6. verfrommelen
o.v.t.
  1. verfrommelde
  2. verfrommelde
  3. verfrommelde
  4. verfrommelden
  5. verfrommelden
  6. verfrommelden
v.t.t.
  1. heb verfrommeld
  2. hebt verfrommeld
  3. heeft verfrommeld
  4. hebben verfrommeld
  5. hebben verfrommeld
  6. hebben verfrommeld
v.v.t.
  1. had verfrommeld
  2. had verfrommeld
  3. had verfrommeld
  4. hadden verfrommeld
  5. hadden verfrommeld
  6. hadden verfrommeld
o.t.t.t.
  1. zal verfrommelen
  2. zult verfrommelen
  3. zal verfrommelen
  4. zullen verfrommelen
  5. zullen verfrommelen
  6. zullen verfrommelen
o.v.t.t.
  1. zou verfrommelen
  2. zou verfrommelen
  3. zou verfrommelen
  4. zouden verfrommelen
  5. zouden verfrommelen
  6. zouden verfrommelen
diversen
  1. verfrommel!
  2. verfrommelt!
  3. verfrommeld
  4. verfrommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verfrommelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
knittern kreukelen; verfrommelen; verkreukelen kreuken
zerknittern kreukelen; verfrommelen; verkreukelen

Wiktionary Translations for verfrommelen:

verfrommelen
verb
  1. (overgankelijk) iets pletten, in elkaar drukken en/of samenknijpen tot een bolletje

Cross Translation:
FromToVia
verfrommelen zerknittern; zerknüllen froisserfrotter fortement, meurtrir par une pression violente.