Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vergoddelijken:


Dutch

Detailed Translations for vergoddelijken from Dutch to German

vergoddelijken:

vergoddelijken verb (vergoddelijk, vergoddelijkt, vergoddelijkte, vergoddelijkten, vergoddelijkt)

  1. vergoddelijken
    vergöttlichen
    • vergöttlichen verb (vergöttliche, vergöttlichst, vergöttlicht, vergöttlichte, vergöttlichtet, vergöttlicht)

Conjugations for vergoddelijken:

o.t.t.
  1. vergoddelijk
  2. vergoddelijkt
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijken
  5. vergoddelijken
  6. vergoddelijken
o.v.t.
  1. vergoddelijkte
  2. vergoddelijkte
  3. vergoddelijkte
  4. vergoddelijkten
  5. vergoddelijkten
  6. vergoddelijkten
v.t.t.
  1. heb vergoddelijkt
  2. hebt vergoddelijkt
  3. heeft vergoddelijkt
  4. hebben vergoddelijkt
  5. hebben vergoddelijkt
  6. hebben vergoddelijkt
v.v.t.
  1. had vergoddelijkt
  2. had vergoddelijkt
  3. had vergoddelijkt
  4. hadden vergoddelijkt
  5. hadden vergoddelijkt
  6. hadden vergoddelijkt
o.t.t.t.
  1. zal vergoddelijken
  2. zult vergoddelijken
  3. zal vergoddelijken
  4. zullen vergoddelijken
  5. zullen vergoddelijken
  6. zullen vergoddelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergoddelijken
  2. zou vergoddelijken
  3. zou vergoddelijken
  4. zouden vergoddelijken
  5. zouden vergoddelijken
  6. zouden vergoddelijken
diversen
  1. vergoddelijk!
  2. vergoddelijkt!
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergoddelijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vergöttlichen vergoddelijken