Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verklaarders:
  2. verklaarder:


Dutch

Detailed Translations for verklaarders from Dutch to German

verklaarders:

verklaarders [de ~] nomen, plural

  1. de verklaarders (vertolkers; uitleggers)
    der Darsteller; der Ausleger

Translation Matrix for verklaarders:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausleger uitleggers; verklaarders; vertolkers catamarans; dolpennen; dolsteun; dubbelboot; dubbelboten; etaleurs; outrigger; outriggers; vlerkprauw; vlerkprauwen
Darsteller uitleggers; verklaarders; vertolkers fabrikant; producent; tekenaar; vertolker; vervaardiger

Related Words for "verklaarders":


verklaarders form of verklaarder:

verklaarder [de ~ (m)] nomen

  1. de verklaarder (uitlegger)
    der Erklärer

Translation Matrix for verklaarder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Erklärer uitlegger; verklaarder vertolker

Related Words for "verklaarder":