Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verkleinwoorden:
  2. verkleinwoord:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkleinwoorden from Dutch to German

verkleinwoorden:

verkleinwoorden [de ~] nomen, plural

  1. de verkleinwoorden

Translation Matrix for verkleinwoorden:

NounRelated TranslationsOther Translations
Verkleinerungswörter verkleinwoorden

Related Words for "verkleinwoorden":


verkleinwoord:

verkleinwoord [het ~] nomen

  1. het verkleinwoord

Translation Matrix for verkleinwoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
Verkleinerungswort verkleinwoord

Related Words for "verkleinwoord":


Wiktionary Translations for verkleinwoord:

verkleinwoord
noun
  1. een woord met een verkleiningsuitgang waardoor iemand of iets als klein of weinig wordt voorgesteld

Cross Translation:
FromToVia
verkleinwoord Verkleinerungsform; Diminutivum; Diminutiv; Diminutivbildung; Deminutiv; Deminutivum; Verkleinerungswort diminutive — grammar: word form expressing smallness

External Machine Translations: