Summary
Dutch to German: more detail...
- vermaken:
-
Wiktionary:
- vermaken → amüsieren, belustigen, unterhalten, ändern, umarbeiten, vererben, vermachen, hinterlassen
- vermaken → unterhalten, amüsieren, belustigen, ergötzen, vergnügen, anders werden, sich ändern, ändern, tauschen, umändern, umtauschen, wechseln, umwechseln, anders machen, abändern, umgestalten, umwandeln
Dutch
Detailed Translations for vermaken from Dutch to German
vermaken:
-
vermaken (iemand amuseren; bezig houden)
-
vermaken (legateren; nalaten; vererven)
-
vermaken (iemand iets nalaten; nalaten)
Conjugations for vermaken:
o.t.t.
- vermaak
- vermaakt
- vermaakt
- vermaken
- vermaken
- vermaken
o.v.t.
- vermaakde
- vermaakde
- vermaakde
- vermaakden
- vermaakden
- vermaakden
v.t.t.
- heb vermaakt
- hebt vermaakt
- heeft vermaakt
- hebben vermaakt
- hebben vermaakt
- hebben vermaakt
v.v.t.
- had vermaakt
- had vermaakt
- had vermaakt
- hadden vermaakt
- hadden vermaakt
- hadden vermaakt
o.t.t.t.
- zal vermaken
- zult vermaken
- zal vermaken
- zullen vermaken
- zullen vermaken
- zullen vermaken
o.v.t.t.
- zou vermaken
- zou vermaken
- zou vermaken
- zouden vermaken
- zouden vermaken
- zouden vermaken
diversen
- vermaak!
- vermaakt!
- vermaakt
- vermakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vermaken:
Wiktionary Translations for vermaken:
vermaken
Cross Translation:
verb
-
iemand prettig en leuk bezighouden
- vermaken → amüsieren; belustigen; unterhalten
-
een kledingstuk veranderen
- vermaken → ändern; umarbeiten
-
iets in een testament toebedelen
- vermaken → vererben; vermachen; hinterlassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermaken | → unterhalten | ↔ entertain — to amuse |
• vermaken | → unterhalten; amüsieren; belustigen; ergötzen; vergnügen | ↔ amuser — divertir par des choses agréables. |
• vermaken | → anders werden; sich ändern; ändern; tauschen; umändern; umtauschen; wechseln; umwechseln; anders machen; abändern; umgestalten; umwandeln | ↔ changer — à trier |
• vermaken | → ändern; tauschen; umändern; umtauschen; wechseln; umwechseln; anders machen; abändern; umgestalten; umwandeln | ↔ transformer — métamorphoser, donner à une personne ou à une chose une autre forme que celle qui lui est propre ou qu’elle avait précédemment. |