Dutch

Detailed Translations for verschoning from Dutch to German

verschoning:

verschoning [de ~ (v)] nomen

  1. de verschoning (verontschuldiging; excuus; reden; pardon)
    die Entschuldigung; die Rechtfertigung; die Justifikation
  2. de verschoning (vergiffenis; genade; vergeving; pardon)
    die Gnade; die Verzeihung; die Vergebung; Erbarmen
  3. de verschoning (het verschonen)
    Wechseln; Saubermachen
  4. de verschoning (schone luier)
    Saubermachen; die saubere Windel
  5. de verschoning
    die Ablehnung

Translation Matrix for verschoning:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ablehnung verschoning afkeuring; afwijzing; afwimpelen; rejectie; terugwijzing; verdoemenis; verwerping; verworpenheid; weigering
Entschuldigung excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning excuus; justificatie; rechtvaardiging; smoes; uitvlucht; voorwendsel
Erbarmen genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning barmhartigheid; deernis; genade; mededogen; vergevingsgezindheid
Gnade genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning begenadiging; genade; goedertierenheid; gratie; kwijtschelding; pardon; vergevingsgezindheid
Justifikation excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning justificatie; rechtvaardiging
Rechtfertigung excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
Saubermachen het verschonen; schone luier; verschoning kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
Vergebung genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergevingsgezindheid
Verzeihung genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning begenadiging; genade; gratie; justificatie; kwijtschelding; pardon; rechtvaardiging; sorry; vergevingsgezindheid
Wechseln het verschonen; verschoning
saubere Windel schone luier; verschoning

Related Words for "verschoning":

  • verschoningen