Summary
Dutch to German: more detail...
- verschuiven:
-
Wiktionary:
- verschuiven → verschieben
- verschuiven → verschieben, aufschieben, fristen, stunden, vertagen, verzögern, verschieden sein, variieren, schwanken, abwechseln, wechseln, abweichen, differieren, sich unterscheiden, abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen, abdanken, austreiben, ausweisen, aus dem Dienst entfernen, entlassen, aus dem Dienst entlassen, exen, fortjagen, reflektieren, rückstrahlen, übersenden, verabschieden, vertreiben, wegjagen, zurücksenden, hemmen
Dutch
Detailed Translations for verschoven from Dutch to German
verschoven form of verschuiven:
-
verschuiven (verplaatsen; disloqueren; verleggen; verschikken; verzetten; roeren; vervoeren)
verschieben; verlegen; verstellen; verrücken; verschleppen-
verschleppen verb (verschleppe, verschleppst, verschleppt, verschleppte, verschlepptet, verschleppt)
-
verschuiven (voor zich uitschuiven; uitstellen; vertragen; opschuiven; opschorten; rekken)
verschieben; vertagen; verlegen; hinausschieben; aufschieben-
hinausschieben verb (schiebe hinaus, schiebst hinaus, schiebt hinaus, schob hinaus, schobt hinaus, hinausgeschoben)
-
verschuiven (schuivend verplaatsen; voor zich uitschuiven)
-
verschuiven
Conjugations for verschuiven:
o.t.t.
- verschuif
- verschuift
- verschuift
- verschuiven
- verschuiven
- verschuiven
o.v.t.
- verschoof
- verschoof
- verschoof
- verschoven
- verschoven
- verschoven
v.t.t.
- heb verschoven
- hebt verschoven
- heeft verschoven
- hebben verschoven
- hebben verschoven
- hebben verschoven
v.v.t.
- had verschoven
- had verschoven
- had verschoven
- hadden verschoven
- hadden verschoven
- hadden verschoven
o.t.t.t.
- zal verschuiven
- zult verschuiven
- zal verschuiven
- zullen verschuiven
- zullen verschuiven
- zullen verschuiven
o.v.t.t.
- zou verschuiven
- zou verschuiven
- zou verschuiven
- zouden verschuiven
- zouden verschuiven
- zouden verschuiven
diversen
- verschuif!
- verschuift!
- verschoven
- verschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verschuiven:
Wiktionary Translations for verschuiven:
verschuiven
Cross Translation:
verb
verschuiven
-
het proces van in contact met de grond zich voortbewegen
- verschuiven → verschieben
-
iets in contact met de grond doen voortbewegen
- verschuiven → verschieben
-
naar een andere datum of tijdstip verplaatsen
- verschuiven → verschieben
verb
-
etwas von einem an einen anderen Ort bewegen
Cross Translation:
External Machine Translations: