Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. versieringen aanbrengen:


Dutch

Detailed Translations for versieringen aanbrengen from Dutch to German

versieringen aanbrengen:

versieringen aanbrengen verb

  1. versieringen aanbrengen (versieren; decoreren; aankleden)
    dekorieren; verzieren; einkleiden
    • dekorieren verb (dekoriere, dekorierst, dekoriert, dekorierte, dekoriertet, dekoriert)
    • verzieren verb (verziere, verzierst, verziert, verzierte, verziertet, verziert)
    • einkleiden verb (kleide ein, kleidest ein, kleidet ein, kleidete ein, kleidetet ein, eingekleidet)

versieringen aanbrengen [znw.] nomen

  1. versieringen aanbrengen (decoreren; versieren; opsmukken; opsieren)
    Dekorieren; die Ausschmückung

Translation Matrix for versieringen aanbrengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausschmückung decoreren; opsieren; opsmukken; versieren; versieringen aanbrengen benodigde; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; monstering; opluisteren; opluistering; opsiering; ornamentiek; outfit; outillage; sierwerk; tooi; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering; versiersel
Dekorieren decoreren; opsieren; opsmukken; versieren; versieringen aanbrengen
VerbRelated TranslationsOther Translations
dekorieren aankleden; decoreren; versieren; versieringen aanbrengen afwerken; decoreren; een onderscheidingsteken geven; garneren; onderscheid maken; onderscheiden; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; ridderen; schotels garneren; tooien; verfraaien; verluchten; versieren; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
einkleiden aankleden; decoreren; versieren; versieringen aanbrengen inkleden
verzieren aankleden; decoreren; versieren; versieringen aanbrengen afwerken; garneren; opluisteren; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; schotels garneren; tooien; verfraaien; verluchten; versieren; zich mooi maken

Related Translations for versieringen aanbrengen