Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vertragingen:
  2. vertraging:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vertragingen from Dutch to German

vertragingen:

vertragingen [de ~] nomen, plural

  1. de vertragingen
    die Verspätungen

Translation Matrix for vertragingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Verspätungen vertragingen

Related Words for "vertragingen":


vertraging:

vertraging [de ~ (v)] nomen

  1. de vertraging (oponthoud)
    der Aufenthalt; der Aufschub; der Ausstand
  2. de vertraging
    die Verzögerung

Translation Matrix for vertraging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aufenthalt oponthoud; vertraging
Aufschub oponthoud; vertraging onderbreking; opschorting; respijt; uitstel; verdaging; verlet
Ausstand oponthoud; vertraging
Verzögerung vertraging herhaalvertraging; onderbreking; opgelopen vertraging; respijt; uitstel

Related Words for "vertraging":


Wiktionary Translations for vertraging:

vertraging
noun
  1. Verspätung, Rückstand bei der Erfüllung einer ausstehenden Schuld oder Pflicht
  2. die Länge des Zeitintervalls, um das ein Ereignis später als geplant eintritt
  3. die Tatsache, dass ein Ereignis später als geplant eintritt

Cross Translation:
FromToVia
vertraging Verzögerung delay — period of time before an event occurs
vertraging Verspätung retard — Fait d'arriver plus tard

External Machine Translations: