Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verwaaid:
  2. verwaaien:


Dutch

Detailed Translations for verwaaid from Dutch to German

verwaaid:

verwaaid adj

  1. verwaaid

Translation Matrix for verwaaid:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
verweht verwaaid

verwaaien:

verwaaien verb (verwaai, verwaait, verwoei, verwoeien, verwaaid)

  1. verwaaien (wegstuiven; wegwaaien)
    verwehen; wegwehen; wegfliegen; fortfliegen; davoneilen; wegsausen
    • verwehen verb (verwehe, verwehst, verweht, verwehte, verwehtet, verweht)
    • wegwehen verb
    • wegfliegen verb (fliege weg, fliegst weg, fliegt weg, flog weg, floget weg, weggeflogen)
    • fortfliegen verb (fliege fort, fliegst fort, fliegt fort, flog fort, flogt fort, fortgeflogen)
    • davoneilen verb (eile davon, eilst davon, eilt davon, eilte davon, eiltet davon, davongeeilt)
    • wegsausen verb

Conjugations for verwaaien:

o.t.t.
  1. verwaai
  2. verwaait
  3. verwaait
  4. verwaaien
  5. verwaaien
  6. verwaaien
o.v.t.
  1. verwoei
  2. verwoei
  3. verwoei
  4. verwoeien
  5. verwoeien
  6. verwoeien
v.t.t.
  1. ben verwaaid
  2. bent verwaaid
  3. is verwaaid
  4. zijn verwaaid
  5. zijn verwaaid
  6. zijn verwaaid
v.v.t.
  1. was verwaaid
  2. was verwaaid
  3. was verwaaid
  4. waren verwaaid
  5. waren verwaaid
  6. waren verwaaid
o.t.t.t.
  1. zal verwaaien
  2. zult verwaaien
  3. zal verwaaien
  4. zullen verwaaien
  5. zullen verwaaien
  6. zullen verwaaien
o.v.t.t.
  1. zou verwaaien
  2. zou verwaaien
  3. zou verwaaien
  4. zouden verwaaien
  5. zouden verwaaien
  6. zouden verwaaien
diversen
  1. verwaai!
  2. verwaait!
  3. verwaaid
  4. verwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwaaien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
davoneilen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien lopend weggaan; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven; zich vrijmaken
fortfliegen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; ontvlieden; opstijgen; wegvliegen
verwehen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien
wegfliegen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; opstijgen; wegvliegen
wegsausen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien
wegwehen verwaaien; wegstuiven; wegwaaien