Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vettigheid:
  2. vettig:


Dutch

Detailed Translations for vettigheid from Dutch to German

vettigheid:

vettigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de vettigheid (vetheid)
    die Fettigkeit; die Fettheit

Translation Matrix for vettigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fettheit vetheid; vettigheid corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid
Fettigkeit vetheid; vettigheid smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid

Related Words for "vettigheid":


vettigheid form of vettig:

vettig adj

  1. vettig (vet)
    fett; fettig

Translation Matrix for vettig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fett vet; vettig banaal; corpulent; dik; geducht; gezet; grof; in hoge mate; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; machtig; moddervet; moeilijk verteerbaar; morsig; omvangrijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slecht verteerbaar; slonzig; slordig; smerig; triviaal; vet; vies; viezig; voddig; volumineus; vuil; vunzig; zwaar; zwaar van lijf; zwaarlijvig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fettig vet; vettig banaal; goor; grof; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; onverkwikkelijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; stuitend; triviaal; vetachtig; vethoudend; vetrijk; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend

Related Words for "vettig":

  • vettigheid, vettiger, vettigere, vettigst, vettigste, vettige