Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. volwassenheid:
  2. volwassen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for volwassenheid from Dutch to German

volwassenheid:

volwassenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de volwassenheid (rijpheid)
    Erwachsensein; die Reife

Translation Matrix for volwassenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Erwachsensein rijpheid; volwassenheid
Reife rijpheid; volwassenheid

Related Words for "volwassenheid":


Wiktionary Translations for volwassenheid:


Cross Translation:
FromToVia
volwassenheid Volljährigkeit age — time of life when one attains full person rights

volwassenheid form of volwassen:


Translation Matrix for volwassen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ausgewachsen uitgegroeid; volgroeid; volwassen ontkiemd
entwickelt uitgegroeid; volgroeid; volwassen geëvolueerd; ontgonnen; ontwikkeld
erwachsen uitgegroeid; volgroeid; volwassen
heiratsfähig uitgegroeid; volgroeid; volwassen huwbaar; meerderjarig

Related Words for "volwassen":


Wiktionary Translations for volwassen:

volwassen
adjective
  1. een leeftijd bereikt hebbend waarop men volgroeid en onafhankelijk kan zijn

Cross Translation:
FromToVia
volwassen groß big — adult
volwassen volljährig of age — old enough to be considered an adult
volwassen erwachsen; adult; mannbar; ausgewachsen adulte — Qui a terminé sa puberté, dépassé l'adolescence.
volwassen reif mûr — Qui a atteint son plein développement. (Sens général).