Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vroegst:
  2. vroeg:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vroegst from Dutch to German

vroegst:

vroegst adj

  1. vroegst

Translation Matrix for vroegst:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
frühest vroegst

Related Words for "vroegst":


vroegst form of vroeg:

vroeg adj

  1. vroeg (vroegtijdig)
  2. vroeg (pril)
    früh; zart

Translation Matrix for vroeg:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
früh pril; vroeg; vroegtijdig
frühzeitig vroeg; vroegtijdig bijtijds; ontijdig; op tijd; prematuur; stipt; te snel; te vroeg; tijdig; voortijdig
zart pril; vroeg breekbaar; broos; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; iel; kies; krakkemikkig; kwetsbaar; lichtgebouwd; mals; met veel tact; rank; slank; slap; subtiel; tactvol; teder; teer; tenger; wankel; zwak

Related Words for "vroeg":


Antonyms for "vroeg":


Related Definitions for "vroeg":

  1. eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken1
    • ik ga vandaag vroeg naar bed1

Wiktionary Translations for vroeg:

vroeg
adjective
  1. aan het begin
  2. eerder dan verwacht
vroeg
adjective
  1. zeitlich am Anfang liegend, zum Beginn
  2. zu einem relativ frühen Zeitpunkt, verhältnismäßig früh

Cross Translation:
FromToVia
vroeg frühzeitig; verfrüht; früh early — at a time in advance of the usual
vroeg verfrüht; früh early — arriving at a time before expected
vroeg ursprünglich; anfänglich initial — Chronologically first, early; of or pertaining to the beginning
vroeg früh précoce — Qui est mûr avant la saison, en parlant de certains fruits, de certains légumes qui viennent avant les autres de la même espèce.
vroeg früh; zeitig tôt — Moment jugé antérieur au moment habituel.

External Machine Translations:

Related Translations for vroegst