Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vrouwspersoon:


Dutch

Detailed Translations for vrouwspersoon from Dutch to German

vrouwspersoon:

vrouwspersoon [het ~] nomen

  1. het vrouwspersoon (vrouw; vrouwmens)
    Fräulein; die Frau; Weib

Translation Matrix for vrouwspersoon:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frau vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon dame; echtgenote; gade; gemalin; mevrouw; vrouw
Fräulein vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon adellijke vrouw; jonge vrouw; jongedame; jonkvrouw; juffrouw; meisje; mejuffrouw
Weib vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon echtgenote; feeks; gade; gemalin; haaibaai; heks; helleveeg; kerel; loeder; man; manspersoon; teef; troel; troela; trut; vent; vervelend kreng; viswijf; vrouw; wijf

Related Words for "vrouwspersoon":

  • vrouwspersonen