Dutch

Detailed Translations for vuilbekkerij from Dutch to German

vuilbekkerij:

vuilbekkerij [de ~ (v)] nomen

  1. de vuilbekkerij (obsceniteit; vuiligheid; vuilheid; vuile taal; schuinheid)
    die Sauerei; die Schmutzigkeit; die Schlüpfrigkeit; die Unfläterei; die Obzönität; die Schweinigelei

Translation Matrix for vuilbekkerij:

NounRelated TranslationsOther Translations
Obzönität obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
Sauerei obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid drab; kliederboel; knoeierij; morsigheid; onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
Schlüpfrigkeit obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid dubbelzinnige opmerking; dubbelzinnigheid; glibberigheid; schunnigheid; smerigheid; uitlating met bijbetekenis; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
Schmutzigkeit obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid drab; goorheid; groezeligheid; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
Schweinigelei obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
Unfläterei obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid