Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. wandaden:
  2. wandaad:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wandaden from Dutch to German

wandaden:

wandaden [de ~] nomen, plural

  1. de wandaden (gruwelen)
    die Freveltaten

Translation Matrix for wandaden:

NounRelated TranslationsOther Translations
Freveltaten gruwelen; wandaden

Related Words for "wandaden":


wandaad:

wandaad [de ~] nomen

  1. de wandaad (misdaad; misdrijf; vergrijp; )
    die Missetat; die Freveltat; Verbrechen; der Frevel
  2. de wandaad (wreedheid; gruweldaad; gruwel)
    die Greueltat; die Untat

Translation Matrix for wandaad:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frevel delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding
Freveltat delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding delict; misdraging; overtreding; vergrijp; wangedrag
Greueltat gruwel; gruweldaad; wandaad; wreedheid
Missetat delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding euveldaad
Untat gruwel; gruweldaad; wandaad; wreedheid
Verbrechen delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding Crime; misdraging; wangedrag

Related Words for "wandaad":


Wiktionary Translations for wandaad:

wandaad
noun
  1. een misdaad, een slechte of gruwelijke handeling

Cross Translation:
FromToVia
wandaad Missetat misdeed — something wrong done
wandaad Untat; Gräueltat outrage — an atrocity