Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zaagmeel:


Dutch

Detailed Translations for zaagmeel from Dutch to German

zaagmeel:

zaagmeel [het ~] nomen

  1. het zaagmeel (zaagsel)
    Sägemehl; Holzmehl; der Span; die Holzspäne; die Sägespäne; der Holzspan

Translation Matrix for zaagmeel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Holzmehl zaagmeel; zaagsel houtmeel; houtmolm; houtpulp; houtstof
Holzspan zaagmeel; zaagsel houtkrul; houtspaander; spaan; spaander
Holzspäne zaagmeel; zaagsel houtkrullen; snippers; spaanders
Span zaagmeel; zaagsel afvijlsel; haarkrul; houtkrul; houtsnip; houtspaander; krul; spaan; spaander; vijlsel; vijlspaan
Sägemehl zaagmeel; zaagsel houtmeel; houtpulp; houtstof
Sägespäne zaagmeel; zaagsel