Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zeen:
  2. zee:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zeen from Dutch to German

zeen:

zeen [de ~] nomen

  1. de zeen (pees)
    die Sehne

Translation Matrix for zeen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Sehne pees; zeen

Related Words for "zeen":

  • zeentje, zeentjes, zee

zee:

zee [de ~] nomen

  1. de zee (oceaan; wereldzee)
    Meer; die See; der Ozean
  2. de zee (sop)
    die See
    • See [die ~] nomen
  3. de zee
    Meer
    • Meer [das ~] nomen

Translation Matrix for zee:

NounRelated TranslationsOther Translations
Meer oceaan; wereldzee; zee
Ozean oceaan; wereldzee; zee oceaan; zeeën
See oceaan; sop; wereldzee; zee meer

Related Words for "zee":

  • zeen, zeetje, zeetjes

Related Definitions for "zee":

  1. grote hoeveelheid1
    • die lamp geeft een zee van licht1
  2. massa zout water die een groot deel van de aarde bedekt1
    • tussen Nederland en Engeland ligt een zee1

Wiktionary Translations for zee:

zee
noun
  1. een uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt
zee
noun
  1. nur Singular: sehr großes, zusammenhängendes Gewässer
  2. großes, salziges Gewässer

Cross Translation:
FromToVia
zee Meer; See sea — body of water
zee Meer; See mer — Vaste étendue d’eau saler qui baigner les diverses parties de la terre.

External Machine Translations: