Dutch
Detailed Translations for zwelling from Dutch to German
zwelling:
-
de zwelling (bolling; steenpuist; bobbel; bult; opgezwollen plek; dikte; buil)
-
de zwelling (opgezwollen plek; opzetting)
-
de zwelling (bolling; bobbel; pukkel; opzetting; bult; buil; opgezwollen plek)
Translation Matrix for zwelling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Aufgedunsenheit | bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling | |
Aufgeschwollenheit | bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling | |
Beule | bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; steenpuist; zwelling | beurse plek; bluts; bobbel; buil; bult; deuk; instulping; knobbel |
Höcker | bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling | bochel; bult |
Schwellung | bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; steenpuist; zwelling | glooiende heuvel; verdikking |
Wulst | bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling | bobbel; uitpuiling; uitstulping |