Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. een avontuurtje hebben:


Dutch

Detailed Translations for een avontuurtje hebben from Dutch to English

een avontuurtje hebben:

een avontuurtje hebben verb (heb een avontuurtje, hebt een avontuurtje, heeft een avontuurtje, had een avontuurtje, hadden een avontuurtje, een avontuurtje gehad)

  1. een avontuurtje hebben
    to have an adventure

Conjugations for een avontuurtje hebben:

o.t.t.
  1. heb een avontuurtje
  2. hebt een avontuurtje
  3. heeft een avontuurtje
  4. hebben een avontuurtje
  5. hebben een avontuurtje
  6. hebben een avontuurtje
o.v.t.
  1. had een avontuurtje
  2. had een avontuurtje
  3. had een avontuurtje
  4. hadden een avontuurtje
  5. hadden een avontuurtje
  6. hadden een avontuurtje
v.t.t.
  1. heb een avontuurtje gehad
  2. hebt een avontuurtje gehad
  3. heeft een avontuurtje gehad
  4. hebben een avontuurtje gehad
  5. hebben een avontuurtje gehad
  6. hebben een avontuurtje gehad
v.v.t.
  1. had een avontuurtje gehad
  2. had een avontuurtje gehad
  3. had een avontuurtje gehad
  4. hadden een avontuurtje gehad
  5. hadden een avontuurtje gehad
  6. hadden een avontuurtje gehad
o.t.t.t.
  1. zal een avontuurtje hebben
  2. zult een avontuurtje hebben
  3. zal een avontuurtje hebben
  4. zullen een avontuurtje hebben
  5. zullen een avontuurtje hebben
  6. zullen een avontuurtje hebben
o.v.t.t.
  1. zou een avontuurtje hebben
  2. zou een avontuurtje hebben
  3. zou een avontuurtje hebben
  4. zouden een avontuurtje hebben
  5. zouden een avontuurtje hebben
  6. zouden een avontuurtje hebben
diversen
  1. heb een avontuurtje!
  2. een avontuurtje gehad
  3. een avontuurtje hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for een avontuurtje hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
have an adventure een avontuurtje hebben

Related Translations for een avontuurtje hebben