Dutch

Detailed Translations for in elkaar storten from Dutch to English

in elkaar storten:

in elkaar storten verb

  1. in elkaar storten (ten gronde gaan)
    to collapse; to disintegrate; to crumble; to fall to pieces; to break up; to fall apart; to fall to bits
    • collapse verb (collapses, collapsed, collapsing)
    • disintegrate verb (disintegrates, disintegrated, disintegrating)
    • crumble verb (crumbles, crumbled, crumbling)
    • fall to pieces verb (falls to pieces, fell to pieces, falling to pieces)
    • break up verb (breaks up, broke up, breaking up)
    • fall apart verb (falls apart, fell apart, falling apart)
    • fall to bits verb (falls to bits, fell to bits, falling to bits)
  2. in elkaar storten (bezwijken; ondergaan; te gronde gaan)
    to break down; to go to the dogs; have a breakdown

Translation Matrix for in elkaar storten:

NounRelated TranslationsOther Translations
collapse achteruitgang; afleggen; bezwijken; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzakking; inzinking; neervallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
break down bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan afbreken; afknappen; begeven; beëindigen; breken; er vanaf breken; flippen; forceren; in elkaar klappen; inklappen; neerhalen; omverhalen; ontbinden; opheffen; slopen; stukmaken; uit elkaar halen; verbreken; verbrijzelen
break up in elkaar storten; ten gronde gaan afbreken; breken; desintegreren; gaan; heengaan; losrukken; losscheuren; lostrekken; neerhalen; omgraven; omploegen; omspitten; omverhalen; omwerken; opbreken; opdoeken; opheffen; opstappen; ploegen; scheiden; slopen; spitten; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar stuiven; uit elkaar vallen; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteengaan; uiteenstuiven; uiteenvallen; uiteenvliegen; uitmaken; van elkaar gaan; vertrekken; wegbreken; weggaan
collapse in elkaar storten; ten gronde gaan afleggen; bezwijken; desintegreren; het onderspit delven; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; tenondergaan; teruglopen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; verzakken
crumble in elkaar storten; ten gronde gaan brokkelen; desintegreren; kruimelen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; verbrokkelen; vergaan; verkommeren; verkruimelen; vervallen
disintegrate in elkaar storten; ten gronde gaan desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verkommeren; vervallen
fall apart in elkaar storten; ten gronde gaan desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to bits in elkaar storten; ten gronde gaan desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to pieces in elkaar storten; ten gronde gaan desintegreren; kapotgaan; onklaar raken; stukgaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verkommeren; vervallen
go to the dogs bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan ondergaan; te gronde gaan; ten ondergaan
have a breakdown bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan
ModifierRelated TranslationsOther Translations
break down ongerede

External Machine Translations:

Related Translations for in elkaar storten