Dutch
Detailed Translations for inrit from Dutch to English
inrit:
Translation Matrix for inrit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
access route | inrit; oprijlaan; oprit | toegangsweg |
drive | inrit; oprijlaan; oprit | aandrift; aandrijving; autorijden; daadkracht; dagreis; diskettestation; drift; drijfjacht; dynamiek; energie; esprit; excursie; fut; gang; heenrit; impuls; instinct; klopjacht; kracht; momentum; motor; prikkel; puf; reis; rijden; rijtochtje; rijtoer; rit; schijfstation; station; stimulans; stuwkracht; tocht; tochtje; toer; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje; voortstuwing; werklust |
entranceway | inrit; oprijlaan; oprit | toegangsweg |
Verb | Related Translations | Other Translations |
drive | aan het stuur zitten; aandrijven; aansporen; aanzetten; berijden; een paard mennen; heien; karren; mennen; opkrikken; opwekken; opzwepen; prikkelen; rijden; sterk prikkelen; stimuleren; sturen; zenden |
Related Words for "inrit":
External Machine Translations: