Summary


Dutch

Detailed Translations for leuterkous from Dutch to English

leuterkous:

leuterkous [de ~] nomen

  1. de leuterkous (ouwehoer; kletser; babbelaar; zwamneus)
    the twaddler; the gasbag; the windbag; the gossip
  2. de leuterkous (kletstante; kletskous; babbelaarster; leuteraarster)
    the chatterbox; the chattering fool; the waffler; the cackle-hen; the rattle; the twaddler

Translation Matrix for leuterkous:

NounRelated TranslationsOther Translations
cackle-hen babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
chatterbox babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous babbelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; prater; theetante; zwammer; zwetser
chattering fool babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
gasbag babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus charlatan; kwakzalver; wonderdokter
gossip babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus achterklap; babbelaar; gebabbel; geklap; geklep; geklets; gekout; gepraat; geroddel; klap; klep; klets; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwaadsprekerij; kwebbel; laster; lastering; lasterpraatje; leuteraar; praat; praatjes; roddel; roddelaar; roddelaarster; roddelpraat; roddels; zwammer; zwartmaken; zwetser
rattle babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous babbelaar; gereutel; gerochel; kinderspeeltje; klep; klepper; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; rammelaar; ratel; zwammer; zwetser
twaddler babbelaar; babbelaarster; kletser; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
waffler babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
windbag babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus blaaskaak; bluffer; charlatan; hol vat; kwakzalver; leeg vat; opschepper; snoever; windbuil; wonderdokter
VerbRelated TranslationsOther Translations
gossip belasteren; kwaadspreken; lasteren; roddelen
rattle babbelen; daveren; denderen; dreunen; kakelen; klappen; klepperen; kletsen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; piepen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen

Related Words for "leuterkous":

  • leuterkousen

External Machine Translations: