Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. streling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for streling from Dutch to English

streling:

streling [de ~ (v)] nomen

  1. de streling (liefkozing; aanhalen; aanhaling)
    the caress; the cuddle; the fondling; the hug
  2. de streling (liefkozing; aanhalen; vleien; )
    the stroking; the caress

Translation Matrix for streling:

NounRelated TranslationsOther Translations
caress aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; gestreel; liefkozing; streling; vleien knuffel; liefkozing
cuddle aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
fondling aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
hug aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling knuffel; knuffelpartij; liefkozing; omarming; omhelzing
stroking aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien
VerbRelated TranslationsOther Translations
caress aaien; beminnen; de liefde bedrijven; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; strelen; vrijen
cuddle afpakken; aftroggelen; beminnen; bietsen; de liefde bedrijven; gappen; grissen; inpikken; knuffelen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; ontfutselen; pikken; vrijen
hug knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen

Related Words for "streling":

  • strelingen

Wiktionary Translations for streling:

streling
noun
  1. een uiting van tederheid
streling
noun
  1. smoothing action