Summary
Dutch to English: more detail...
- vrijstellen:
-
Wiktionary:
- vrijstellen → exempt
- vrijstellen → exempt
- vrijstellen → dispense, distribute, give out, exempt, excuse, administer, except, exclude
Dutch
Detailed Translations for vrijstellen from Dutch to English
vrijstellen:
-
vrijstellen (ontslaan van een verplichting; ontlasten; ontheffen)
Conjugations for vrijstellen:
o.t.t.
- stel vrij
- stelt vrij
- stelt vrij
- stellen vrij
- stellen vrij
- stellen vrij
o.v.t.
- stelde vrij
- stelde vrij
- stelde vrij
- stelden vrij
- stelden vrij
- stelden vrij
v.t.t.
- heb vrijgesteld
- hebt vrijgesteld
- heeft vrijgesteld
- hebben vrijgesteld
- hebben vrijgesteld
- hebben vrijgesteld
v.v.t.
- had vrijgesteld
- had vrijgesteld
- had vrijgesteld
- hadden vrijgesteld
- hadden vrijgesteld
- hadden vrijgesteld
o.t.t.t.
- zal vrijstellen
- zult vrijstellen
- zal vrijstellen
- zullen vrijstellen
- zullen vrijstellen
- zullen vrijstellen
o.v.t.t.
- zou vrijstellen
- zou vrijstellen
- zou vrijstellen
- zouden vrijstellen
- zouden vrijstellen
- zouden vrijstellen
diversen
- stel vrij!
- stelt vrij!
- vrijgesteld
- vrijstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vrijstellen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
relieve someone of an obligation | ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen |
Wiktionary Translations for vrijstellen:
vrijstellen
Cross Translation:
verb
-
to grant freedom or immunity from
-
free from duty or obligation
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vrijstellen | → dispense; distribute; give out; exempt; excuse; administer | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |
• vrijstellen | → exempt; except; exclude | ↔ exempter — rendre exempt, affranchir de quelque chose. |