Noun | Related Translations | Other Translations |
acquisition
|
aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
|
aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
|
gain
|
aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
|
baat; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; uitkomst; voortbrengsel; winst
|
profit
|
aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
|
baat; gewin; nut; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; uitkomst; voordeeltje; voortbrengsel; waarde; winst; winstsaldo
|
purchase
|
aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
|
aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; annexatie; inkoop; inlijving; koop; kopen; verkrijging; verwerving
|
shoppings
|
aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
gain
|
|
aankomen; behalen; dikker worden; gewinnen; inhalen; inlopen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meepikken; oppikken; opsteken; verkrijgen; verwerven; winnen; zwaarder worden
|
purchase
|
|
aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven
|