Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. adept:


Dutch

Detailed Translations for adept from Dutch to English

adept:

adept adj

  1. adept (ingewijd)

adept [de ~ (m)] nomen

  1. de adept (insider; ingewijde)
    the initiate; the insider

Translation Matrix for adept:

NounRelated TranslationsOther Translations
initiate adept; ingewijde; insider
insider adept; ingewijde; insider
VerbRelated TranslationsOther Translations
initiate aankaarten; aansnijden; aanvoeren; engageren; entameren; erbij betrekken; inaugureren; inhuldigen; initiëren; inviteren; inwijden; naar voren brengen; ontgroenen; op gang brengen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; plechtig bevestigen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitnodigen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
adept adept; ingewijd grif; grifweg; met gemak; vlot
ModifierRelated TranslationsOther Translations
initiated adept; ingewijd

Related Words for "adept":

  • adepten