Dutch
Detailed Translations for crucifix from Dutch to English
crucifix:
-
het crucifix (kruisbeeld)
Translation Matrix for crucifix:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cross | crucifix; kruisbeeld | gebaar na gebed; kruis; kruisje; kruisvorm |
crucifix | crucifix; kruisbeeld | |
rood | crucifix; kruisbeeld | bisschopsstaf; kromstaf |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cross | afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; overschrijden; oversteken; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cross | boos; gebelgd; giftig; kwaad; narrig; nijdig; verbolgen; vertoornd |