Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doornen:
  2. doorn:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doornen from Dutch to English

doornen:

doornen adj

  1. doornen (van een doorngewas)

Translation Matrix for doornen:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
thorny doornen; van doornstruiken; van een doorngewas doornachtig; doornachtige; doornig; met sarcasme; met stekels; sarcastisch; stekelig; vol doornen

Related Words for "doornen":


doornen form of doorn:

doorn [de ~ (m)] nomen

  1. de doorn (stekel)
    the thorn; the sting

Translation Matrix for doorn:

NounRelated TranslationsOther Translations
sting doorn; stekel angel; gifangel; messteek; steek; vishaak; weerhaak
thorn doorn; stekel
VerbRelated TranslationsOther Translations
sting aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snijden; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen

Related Words for "doorn":


Wiktionary Translations for doorn:

doorn
noun
  1. scherp uitsteeksel aan een plant
doorn
noun
  1. rigid, pointed surface protuberance or needle-like structure on an animal, shell, or plant
  2. sharp protective spine of a plant

Cross Translation:
FromToVia
doorn thorn; spine; prickle épine — (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant.

Related Translations for doornen