Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. herroeping:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for herroeping from Dutch to English

herroeping:

herroeping [de ~ (v)] nomen

  1. de herroeping (intrekking; terugneming)
    the repeal; the revocation; the withdrawal; the retractation; the cancellation; the retraction
  2. de herroeping
    the repeal

Translation Matrix for herroeping:

NounRelated TranslationsOther Translations
cancellation herroeping; intrekking; terugneming afbestellen; afgelasting; annuleren; annulering; doorhaling; nietigverklaring; ongeldig verklaren; schrapping; tenietdoening
repeal herroeping; intrekking; terugneming
retractation herroeping; intrekking; terugneming
retraction herroeping; intrekking; terugneming onttrekken; onttrekking
revocation herroeping; intrekking; terugneming intrekking
withdrawal herroeping; intrekking; terugneming herroepen; intrekken; onttrekken; onttrekking; opheffen; terugnemen; terugtreding
VerbRelated TranslationsOther Translations
repeal herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen

Wiktionary Translations for herroeping:

herroeping
noun
  1. The act or instance of annulling

Cross Translation:
FromToVia
herroeping time; renewal; repetition; continuation; repeat; retrieval; round; cover repriseaction de reprendre.