Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hulpverlener:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hulpverlener from Dutch to English

hulpverlener:

hulpverlener [de ~ (m)] nomen

  1. de hulpverlener (opbouwwerker)
    the community worker; the social worker

Translation Matrix for hulpverlener:

NounRelated TranslationsOther Translations
community worker hulpverlener; opbouwwerker
social worker hulpverlener; opbouwwerker maatschappelijk werker; sociaal werkster

Related Words for "hulpverlener":

  • hulpverleners

Wiktionary Translations for hulpverlener:

hulpverlener
noun
  1. iemand die zich toelegt op het verlenen van hulp in algemene zin

External Machine Translations: