Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ijstijd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ijstijd from Dutch to English

ijstijd:

ijstijd [de ~ (m)] nomen

  1. de ijstijd (glaciatie)
    the glacial period; the ice age

Translation Matrix for ijstijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
glacial period glaciatie; ijstijd
ice age glaciatie; ijstijd

Related Words for "ijstijd":

  • ijstijden

Wiktionary Translations for ijstijd:

ijstijd
noun
  1. period of extensive glaciation

External Machine Translations: